Banner stratenplan

Groeipijnen overwinnen dankzij visionair met lef

Terugblik programmabijeenkomst

Ongeveer 2,5 jaar geleden is het programma Stedelijke Transformatie gestart en inmiddels delen zo’n 35 projecten onderling hun aanpakken, knelpunten en lessen. Op de jaarlijkse programmabijeenkomst, met dit keer als thema ‘Kennis delen, reflecteren en digitaal netwerken’, vertelde Peter Vanden Abeele over zijn rol als stadsbouwmeester bij Gentse groeipijnen en Friso de Zeeuw over het benodigde transformatieschaap met vijf poten. Daarnaast vroegen zes gemeenten om input: hoe komen wij verder met ons project?

Keynotes terugkijken?

Terugluisteren kan ook!



Of luister de plenaire lezingen op Spotify.

Overlegkracht en ontwerpkracht

Peter Vanden Abeele begeleidt als stadsbouwmeester van het Vlaamse Gent de kwaliteit van de leefomgeving. Een belangrijke taak in een stad die kampt met groeipijnen. “Rond 2000 hadden we zo’n 225.000 inwoners en tegen 2030 tellen we een kleine 300.000 inwoners. Tel daar de studenten op kot bij die niet officieel staan ingeschreven in de stad.” Om de kwaliteit van de leefomgeving te beschermen en vergroten, moeten ontwerpers volgens Vanden Abeele meedenken over transitie in het gebruik van de stad, dus voorbij het eigen plan van bouwen en verdichten. Hij wil geen concurrentiestrijd zien om de beperkte ruimte, maar dat er samen wordt gebouwd aan ruimte en kwaliteit in de stad. Daarmee moeten ook slimme koppelingen ontstaan die de leefbaarheid, ruimte, gezondheid en bereikbaarheid verbeteren.

Dan moet er natuurlijk wel een duidelijke visie zijn van iemand die buiten de politieke waan staat en de kwaliteit kan borgen. Die taak ligt bij Vanden Abeele. Als stadsbouwmeester bouwt hij niet, maar hij begeleidt als adviseur, organisator, aanjager en inspirator de kwaliteit van de bebouwde omgeving. Vanden Abeele zoekt links tussen projecten, corporaties en bewoners, zet in op gedeeld opdrachtgeverschap en zorgt via overleg, advies en samenwerking dat projecten in de stad elkaar en de omgeving versterken. “Ik heb dus geen beslissingsbevoegdheid of budget, maar wel overlegkracht en ontwerpkracht.” Momenteel denkt de stadsbouwmeester mee over hoe de stad de wedstrijdcultuur, die al succesvol is ingezet voor openbare voorzieningen zoals de stadsbibliotheek De Krook en de Stadshal, kan doortrekken naar transformatie en woningbouw. “We willen zo een hogere kwaliteit in de ontwerpen bereiken en een generieke uitstraling voorkomen.”

De nieuwe Stadshal van Gent, midden in het historische centrum.
De nieuwe Stadshal van Gent, midden in het historische centrum.

Ook het op orde stellen van de hoofdinfrastructuur in de historische stad is een belangrijke taak voor Vanden Abeele. Gent durft hierin grote keuzes te maken. Zo zorgen het Mobiliteitsplan, Circulatieplan en Parkeerplan nu al voor nieuwe verkeersstromen die de bereikbaarheid en lucht- en leefkwaliteit in de stad verbeteren. “Als stadsbouwmeester help ik de voorwaarden creëren voor een goed functionerende en kwalitatieve stad voor iedere bewoner of gebruiker én voor het stadseigen metabolisme”, vertelt de Gents bouwmeester. Daarom maakt hij ook werk van een brede publiekswerking met diverse publieksgerichte initiatieven om voorbij de klassieke participatiemomenten Gentenaars te betrekken bij ruimtelijke opgaven en mogelijke oplossingen. “We organiseren bijvoorbeeld fietstochten door de stad waarbij we projecten en opgaven samenbrengen. En tijdens het Festival van de Architectuur hebben we via bierviltjes ideeën opgehaald.”

Competenties voor succesvol transformeren

Vanden Abeele ziet vooral dat de inzet van de juiste mensen cruciaal is om te zorgen dat transformaties kwalitatief hoogwaardig zijn en meerwaarde bieden voor de stad. Emeritus-hoogleraar en expert gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw ziet dat de juiste mensen ook nodig zijn om überhaupt ontwikkelingen van de grond te laten komen. In zijn keynote vertelt hij over “de persoonlijke kant van gebiedsontwikkeling”. Bij stedelijke transformatieprojecten moet je vaak en veel samen optrekken. Het gaat vaak over grote sommen geld, versnipperd eigendom en meerdere functies en belangen. Daarnaast is het investeringsanimo vaak op plotniveau en dat levert een verschil in tempo, fase, wensen, bereidheid en mogelijkheden op. Je moet daarom een goede gebiedsregisseur op inhoud en proces hebben volgens De Zeeuw. Iemand die de gemeenschappelijke en afspraken lijn bewaakt en aanstuurt. “In die sturing zit een formele kant, die wordt beheerst door wetgeving, rapportagelijnen, officieel beleid, afspraken, overeenkomsten enzovoort. Daarnaast speelt ook emotie een rol: de informele gang van zaken.”

Om beide kanten van sturing te beheersen, is volgens De Zeeuw een schaap met vijf poten nodig. Iemand met kennis van verschillende kennisgebieden, die kan netwerken en verbinden en die helder kan communiceren, vechten en bijsturen. “Je moet onmiddellijk en adequaat kunnen acteren op onverwachte zaken, kunnen onderhandelen en een beetje ondernemerschap hebben. Je moet leiderschap tonen, net als visie en ambitie én rekening houden met de opvattingen van je samenwerkingspartners. Je moet kunnen ploeteren en af en toe ondeugend zijn en gewoon doen en achteraf vergiffenis vragen. Eigenlijk een beetje zoals FARC-strijder Tanja Nijmijer”, grapt De Zeeuw. Volgens de expert gebiedsontwikkeling werkt het het beste als één persoon al deze competenties in huis heeft. “Wel kun je overwegen om in andere fasen een andere persoonlijkheid naar voren plaatsen.”

Updates & input

Naast de keynotes was er volop ruimte voor uitwisseling tussen projecten, deelnemers en experts in de twee ronden deelsessies. De volgende deelnemende transformatieprojecten vertelden over de huidige stand van zaken en tegen welke vragen zij aanlopen:

  • Amstel III in Amsterdam
    Het kantorengebied Amstel III verandert in een levendige stadswijk met circa 30.000 nieuwe bewoners. Het totale programma bestaat voor 10 tot 12 procent uit voorzieningen. Hoe realiseer je die voorzieningen wanneer je als gemeente nauwelijks grondpositie hebt? Lees het verslag van deze deelsessie.
  • Spoorzone in Zwolle
    Verschillende coalities met diverse stakeholders werken aan de transformatie van het stationsgebied tot een multifunctioneel openbaar-vervoersplatform. Hoe zorg je dat de samenwerking op verschillende niveaus en met verschillende deelgebieden goed verloopt? (verslag volgt)
  • Havenkwartier en CSM-terrein in Breda
    Voor de herontwikkeling van het Havenkwartier en het voormalige CSM-terrein in Breda zijn grootschalige investeringen nodig. De Woningbouwimpuls helpt, maar de gemeente onderzoekt met provincie en marktpartijen hoe zij de verdere onrendabele toppen kunnen overbruggen. (verslag volgt)
  • Spoorzone in Hilversum
    Samen met bewoners, ontwikkelende partijen, ondernemers en maatschappelijke organisaties is de Gebiedsagenda 1221 opgesteld met opgaven en ambities in verschillende ontwikkellocaties. Hoe kan de gemeente deze kansen verzilveren en de ontwikkeling van de grond te krijgen, met behoud van beleidsdoelen? (verslag volgt)
  • Princenhof in Leusden
    De gemeente Leusden heeft weinig tot geen bezit, maar wel een masterplan voor Princenhof. Hoe kan de gemeente vasthouden aan het masterplan wanneer de eigenaren ontwikkelen per kavel? En hoe zorg je voor afstemming tussen verschillende projecten? Lees het verslag van deze deelsessie
  • MAAK-gebied Midden in Zaanstad
    Het MAAK-gebied Midden moet een moderne mix van wonen en werken worden met betere voorzieningen. Maar wel binnen de ingewikkelde infrastructuur en naast grote bedrijven. Hoe faciliteer je het gesprek met alle eigenaren? Hoe maak en borg je heldere afspraken? Lees het verslag van deze deelsessie.

Blijf op de hoogte

Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter of op LinkedIn.