Een succesvolle smart city dankzij een datagedreven participatieaanpak
We leven steeds meer in een smart wereld. We kunnen bijvoorbeeld de wasmachine en de deurbel via apps bedienen. Via dit soort apps kunnen we ook inzicht krijgen in bijvoorbeeld ons energieverbruik. Ook gemeenten willen op data hun beleid kunnen baseren. Smart cities en smart communties zijn daardoor in trek. Onder meer bewoners geven hier inzicht in het leven in de stad. Nicolette Ouwerling en Harmen van Doorn van Citisens zijn gespecialiseerd in publieksonderzoek en vertellen hoe een datagedreven participatieaanpak stedelijke transformatieprocessen kan versnellen.
Kernpunten van een datagedreven participatieaanpak bij transformatie:
- Een one size fits all-benadering werkt niet; onderscheid verschillende soorten bewoners.
- Ontwikkel een krachtige participatieaanpak door in te zoomen op het specifieke gebied en het type bewoners.
- Sluit aan bij de specifieke interesses, zorgen én voorkeuren van de bewoners in de participatieaanpak.
Op basis van data kun je beleid maken en breken, maar ook transformaties bedenken en scherpstellen en bewoners betrekken en informeren. De inzet van data in smart cities kan dus extreem waardevol zijn, ook als je werk wil maken van participatie. Ouwerling en Van Doorn vertellen tijdens het derde jaarcongres Stedelijke Transformatie dat steeds meer mensen ook willen bijdragen en meepraten met beleid. Maar met een one size fits all-benadering kom je er niet. “Mensen zijn te verschillend en hebben zo hun eigen voorkeuren, ook als het gaat om meedenken en meewerken. Wij hebben acht ‘betrokkenheidsprofielen’ geformuleerd die laten zien in hoeverre mensen bereid zijn te participeren in bepaalde thema’s”, vertellen de specialisten publieksonderzoek in Amersfoort.
Eén van die betrokkenheidsprofielen is de ‘honkvaste buurtbewoner’, die vindt dat “de overheid óver mij beslist, maar niet mèt mij”. Deze buurtbewoner voelt weinig ruimte om te participeren en heeft al genoeg op zijn of haar bord met het eigen leven. Ze zijn wel erg betrokken en gericht op hun directe omgeving. De ‘stadse nomaden’ zijn bewoners die net hun eerste huisje en baan hebben. Voor hen is de toekomstvisie van de buurt of gemeente beoordelen lastig, want zij weten niet waar ze zich over een paar jaar bevinden. Misschien wonen ze dan wel in een andere stad door een nieuwe baan. Hun betrokkenheid op de directe omgeving is daardoor klein. Daarnaast gebruiken de specialisten ook de profielen ‘eigengereide digitalen’, ‘geïnformeerde gezinsdrukte’, ‘kritische vernieuwers’, ‘gevestigde beïnvloeders’, ‘zorgzame senioren’ en ‘zelfbewuste aanpakkers’.
Vergroenen met inspraak bewoners
Citisens gebruikte de verschillende betrokkenheidsprofielen bijvoorbeeld in de communicatie bij een wijkvergroening van de Wibautstraat in Amsterdam-Oost, het Knowledge Mile Park. De straat staat bekend als een grijze, lelijke straat met veel metrohaltes. De gemeente – smart city Amsterdam – wilde graag deze straat vergroenen, liefst voor 2025. Lastig bij de vergroening is dat een deel van de straat openbare ruimte is, maar een groot deel ook privaat eigendom. De gemeente heeft dus te maken met veel pandeigenaren.
In het betrokkenheidsmodel van Citisens staat van elke postcode in heel Nederland welk profiel daar woont. In Amsterdam bevinden zich bijvoorbeeld zeer veel ‘kritische vernieuwers’. Dat zijn vooruitdenkende mensen, die zich graag bezighouden met wetenschappelijke thema’s en bij wie klimaat aan het hart gaat. Dat gaf aanknopingspunten bij de vergroening van de Wibautstraat: koppel in de communicatie de vergroening aan een thema als het klimaat. Dit thema vinden bewoners belangrijker dan bijvoorbeeld het aanzien van de straat. Onderdeel van de participatieaanpak is ook een jaarlijks evenement waarbij de mooiste, meest groene rooftop wordt uitgekozen.
Volgens Ouwerling en Van Doorn is het dus belangrijk dat je goed inzoomt op de bewoners van een gebied: welke voorkeuren hebben deze bewoners? Welke profielen passen het beste? De betrokkenheidsprofielen kunnen een belangrijke bijdrage leveren, maar de participatiespecialisten waarschuwen dat je je hierop ook niet moet blindstaren. “Blijf ook flexibel als de voorkeuren in de praktijk in het gebied toch net iets afwijken.”
Geen tijd voor ‘luxe’ participatie
Tijdens de sessie is ook ruimte gemaakt voor de eigen projecten van de deelnemers. Met welke bewonersprofielen heb jij te maken in je eigen transformatieproject? Zo vertellen medewerkers van de woningcorporatie Viveste dat zij regelmatig contact hebben met bewoners die weinig te besteden hebben en druk zijn met ‘overleven’. Zij denken vooral na over hoe zij de maand doorkomen en hebben geen tijd of ruimte om mee te denken over ruimtelijke ontwikkelingen, duurzaamheid of de energietransitie; die ‘luxe’ hebben zij niet. Deze groep bewoners is voornamelijk bezig met de financiën. Als je als woningcorporatie dan bijvoorbeeld zonnepanelen zou aanbieden, worden die waarschijnlijk op Marktplaats gezet.
Wat is dan een goede aanpak om deze groep mensen mee te krijgen in zaken als de energietransitie? Ook bij een datagedreven participatieaanpak is het belangrijkste dat je aansluiting blijft houden bij wat mensen bezighoudt en dat met hen afstemt. Als rondkomen een kopzorg is, zorg dan dat het dáárover gaat en dat de financiële voordelen centraal staan in de conversatie met de bewoner. Verder weet je al veel over hun vertrouwen, hoe hun betrokkenheid is en wat hun voorkeuren zijn. Met dat uitgangspunt kun je gericht aan de slag.
Dit verslag is geschreven door Laura van Kruijl, studentassistent sectie GPM bij Radboud University
Meer weten?
Bekijk ook de presentatie over een datagedreven participatieaanpak (pdf, 1.9 MB).
Blijf op de hoogte
Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter of op LinkedIn.