Verplaatsing van bedrijven als vliegwiel van ontwikkeling
Tijdens het derde jaarcongres Stedelijk Transformatie in Amersfoort organiseerden Gerry Zwier (gemeente Amersfoort) en Jan Poolen (ZEEP Architects) een wandeling naar de Kop van Isselt. Dit industrieterrein aan de rivier de Eem herbergt bedrijven en grootschalige detailhandel. De industriële functies staan echter onder druk en het verouderde terrein kent steeds meer leegstand. Een flinke opknapbeurt gaat helpen het gebied weer aantrekkelijk te maken als gemengd woon-werkgebied.
Aandachtspunten bij verplaatsing bedrijven
- Zorg voor een win-winsituatie: de verplaatsing moet voor zowel het gebied als het bedrijf meerwaarde hebben.
- Bedenk waarom verplaatsing noodzakelijk is. Is het bedrijf bijvoorbeeld te groot geworden? Verouderd pand? Milieuoverwegingen?
- Breng de kosten in beeld voor aanpassingen, opknapwerkzaamheden of het afbreken van bestaande industriële panden.
- Niet alle bedrijven hoeven in één keer te verplaatsen. Deel voor deel transformeren geeft ook ruimte voor tussentijdse aanpassingen.
De Kop van Isselt ligt op een goede locatie in Amersfoort, op vijf minuten lopen van de oude stad en dichtbij het groen. Bovendien zorgt de rivier door het gebied voor een mooie stadsentree. Op de transformatielocatie komen dus landschap en hoogstedelijk gebied mooi samen. Het gebied wordt geleidelijk getransformeerd naar een gemengd stedelijk gebied waar zowel gewoond als gewerkt wordt.
Het industriële erfgoed wordt bij de transformatie nieuw leven ingeblazen, met ruimte voor duurzame woningbouw en (kleinschalige) werklocaties voor de creatieve industrie. Bij de transformatie spelen het blauw en groen een belangrijke rol voor klimaatadaptatie, gezond leven en woongenot. De Kop van Isselt moet ook een autoluw gebied worden, waar voetgangers en fietsers voorrang hebben en waar milieuvriendelijk vervoer de maatstaf wordt. En mogelijk wordt hier in de toekomst ook met een participatiemodel energie te produceren.
Verplaatsing als impuls
De wandeling begint vlakbij de rivier de Eem, met uitzicht op het afvalbedrijf Rova. “Voor de transformatie van de Kop van Isselt worden diverse bedrijven verplaatst”, vertellen Zwier en Poolen. Rova wordt zo verplaatst naar een locatie aan de rand van de stad. “Het is het eerste bedrijf dat verplaatst en brengt zo de ontwikkeling van het gebied op gang.” De verplaatsing van Rova is een positieve ontwikkeling voor het bedrijf én voor het gebied. “Rova groeide al een tijdje uit haar voegen en was flink verouderd. Hierdoor kon ze niet meer de dienstverlening bieden die ze wilden bieden. Verplaatsing was ook voor het gebied belangrijk omdat Rova een milieuhinderlijk bedrijf is.”
Even verderop komen Zwier en Poolen aan bij het voormalig kleurstoffenfabriek van Warner Jenkinson. “Dit is het tweede bedrijf dat de ontwikkeling van het nieuwe gebied aandrijft”, vertellen ze. “Soms, als het hard heeft geregend, zien we hier de kleurstoffen nog met het water naar boven komen.” Een deel van dit complex wordt afgebroken om ruimte te maken voor bijvoorbeeld duurzame woningen. “Dit postzegelgebiedje kan maat zijn voor het verdere gebied”, zeggen de transformatiekenners. “De ontwikkelaar heeft een houding van ‘wat het kost, dat kost het’. Hij werkt op een zeer betrokken en bevlogen wijze mee aan de stadsontwikkeling en is dan ook betrokken bij de visies en plannen voor het gebied. Hij laat zich dus niet liet leiden door budget, maar door visie.”
Omgaan met complicaties
Bij de transformatie van de Kop van Isselt zijn ook complicaties. Zo was er weerstand tegen de hoogbouw vlakbij het water. Omwonenden waren bang dat het mooie rivierlandschap deels zou verdwijnen achter de verrijzen toren aan de oever. Uiteindelijk is er toch een plan opgesteld waarin een complex van 9 verdiepingen hoog (ongeveer 30 meter) aan de oever is opgenomen. Op een grote afstand van de rivier blijkt hoogbouw niet zo’n probleem. Daarom zijn probleemloos ook complexen opgenomen in het plan die significant hoger zijn dan die aan de oever.
Ook het achterstallige onderhoud van de bestaande bebouwing is een opgave. Dit vergt hoge investeringen en brengt de vraag met zich mee wat allemaal aangepast, opgeknapt of afgebroken moet worden. Daarbij wordt gekeken naar de kosten voor het industriële erfgoed ter plaatse. De restanten van dit erfgoed zijn belangrijke dragers in het gebied, maar niet alle panden kunnen behouden worden conform de nieuwe visie.
Ambities matchen met bewoners
De Kop van Isselt moet een autoluw gebied worden. De balans tussen deze ambitie en de wensen van toekomstige bewoners is echter lastig te vinden. Het merendeel van de bewoners wil graag een parkeerplek dichtbij huis. Ook het technische plaatje van de verkeersafwikkeling blijkt ook gecompliceerd. De rotonde op enige afstand van het gebied heeft nu voldoende capaciteit om de voorziene verkeersstromen af te wikkelen. Maar uit berekeningen blijkt dat, zonder aanpassingen aan deze verkeerssituatie, er straks een file ontstaat tijdens spitsuren vanaf dit punt tot aan het centrum van Amersfoort.
“De transformatie is dus al in gang gezet, maar grote delen moeten nog vorm krijgen”, besluiten Zwier en Poolen aan het einde van de wandeling. “Dit gaat dus een zeer geleidelijk proces worden. Maar dat heeft wel als voordeel dat tussentijdse aanpassingen mogelijk zijn.”
Blijf op de hoogte
Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter of op LinkedIn.