Transformeren met een omgevingsplan
In de afgelopen vijf jaar waren er diverse experimenten met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Die oefeningen hebben bijgedragen tot een nieuwe manier van plannen maken. Monique Arnolds, programmamanager Implementatie Crisis- en Herstelwet, laat zien hoe transformeren via een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte nu eigenlijk werkt en geeft tips.
Transformeren met een omgevingsplan, dat blijkt in de praktijk een moeilijk pad om te bewandelen. Hoe vind je hier de weg? Het belangrijkste beschikbare instrument is volgens Arnolds het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Naar verwachting kunnen gemeenten pas per 2021 met een omgevingsplan gaan werken, wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Maar met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kunnen gemeenten al daarop vooruitlopen. In artikel 7g Besluit Uitvoering Crisis- en herstelwet staat de mogelijkheid om de voor het grondgebied van de gemeenten vastgestelde bestemmingsplannen te laten gelden als één bestemmingsplan. En dat lijkt sterk op het omgevingsplan uit het wetsvoorstel van de Omgevingswet.
Bij het opstellen van het bestemmingsplan moeten de regels van alle verschillende beleidsterreinen – rijk, provincie en gemeente – in acht worden genomen. Met de verbrede reikwijdte komen alle regels over de fysieke leefomgeving alsnog bij elkaar: eenvoudig, onderling afgestemd en duidelijk in één plan.
Veel gemeenten zoeken naar een meer organische wijze van ontwikkelen. Zij geven de kaders aan, de markt komt met de ontwikkelingsinitiatieven. “In 2013 kwam er een gemeente bij ons die wist dat het omgevingsplan eraan kwam en wilde experimenteren. Dat zijn we gaan doen, samen met nog zeven andere geïnteresseerde gemeenten. Daar is het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte uit ontstaan”, vertelt Arnolds.
Ervaringen uit Eindhoven
De gemeente Eindhoven werkt al intensief met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Wethouder Seuren is enthousiast over het instrument, al zijn er wel knelpunten: “Wij zijn heel erg op zoek gegaan naar samenwerking. Als gemeente blijven je sturen, maar de eigenaar, ontwikkelaar en investeerder moeten zich wel kunnen vinden in het concept. Dat concept wordt dan soms breder dan officieel kan. Dat levert soms spanning en uitdagingen op in de regelgeving. Als bestuur moet je kaders blijven stellen waarop je kunt sturen.” Arnolds vult aan: “Door de reikwijdte te verbreden, wordt regelgeving makkelijker. Het bestemmingsplan moet kaders bieden die bovendien ook rechtszekerheid waarborgen.”
Lessons learned
Arnolds zag al 160 experimenten die vooruitlopen op de nieuwe Omgevingswet. Al die experimenten hebben een flink aantal lessen opgeleverd. Zo benadrukt Arnolds het belang van vroegtijdig overleggen. Ook bieden voorbeeldprojecten duidelijke meerwaarde en is het van belang dat je elkaars taal kunt spreken; begrijpen de gemeente en de ontwikkelaar elkaar écht? Of wordt er langs elkaar heen gepraat? Daarnaast benadrukt Arnolds dat het belangrijk is om te durven beslissen wat er moet en gaat gebeuren.
Voor gemeenten die ook willen vooruitlopen op de nieuwe Omgevingswet, heeft Arnolds nog tips voor het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte:
- Zorg al in de voorfase voor communicatie tussen overheden en bedrijfsleven.
- Zorg voor de juiste capaciteit bij ingewikkelde zaken.
- Tijdelijk afwijken van de regels of van het experimenten kan en mag: geef eigen creativiteit de ruimte.
Met dank aan Vera van de Looi, student Fontys Hogeschool.