Banner stratenplan

Instrumenten voor samenwerking tussen overheid en markt

Bij gebiedstransformaties is samenwerking tussen overheid en markt van groot belang. Zeker als het eigendom van de grond flink is versnipperd. Samen wil je afspraken maken en helderheid bieden over het uiteindelijke doel. Daarbij wil je voldoende flexibiliteit bieden, zodat je altijd kunt inspelen op de actualiteit. Je moet dus tot inhoudelijke én procesmatige afspraken komen. Daarom is een goede instrumentenmix ook vaak verstandig bij transformatie. Tijdens een themasessie begin januari verkenden we de instrumenten die bij verschillende sturingsprincipes horen.

Hoe zet je effectief instrumenten in voor samenwerking tussen overheid en markt?

  • Kijk naar een mix van instrumenten, vanuit verschillende sturingsprincipes.
  • Veel aandacht voor harde sturing, terwijl zachte sturing des te belangrijker is.
  • Instrumenten kunnen ook bijeenkomsten of mensen zijn.

De TU Delft ontwikkelde een Instrumentenwaaier voor meervoudige sturing. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen sturen op afstand en vanuit nabijheid. Sturen op afstand doe je door visies, plannen en juridische kaders mee te geven. Sturen vanuit nabijheid doe je door instrumenten samen met partijen in te zetten. Daarnaast is er een onderscheid tussen harde en zachte sturing. Bij harde sturing gaat het vooral om juridische en financiële instrumenten, bij zachte sturing vooral om communicatieve en relationele (plan- en netwerkvormende) instrumenten.

Sturing

“Sturing is vaak wenselijk om gebiedsontwikkeling succesvol te laten zijn”, vertelt Wouter Jan Verheul (vakgroep Gebiedsontwikkeling TU Delft) tijdens de themasessie. “Want wat gebeurt er als je niets doet? Het risico op falen en gebrekkige integratie is dan groot, bijvoorbeeld doordat ontwikkelkavels te veel geïsoleerd ontwikkeld worden, er niet over gezamenlijke voorzieningen wordt nagedacht, en de interactie tussen publieke en private ruimte onvoldoende aandacht krijgt.”

Aandacht voor de zachte kant

Gebiedstransformatie moeten leiden tot aantrekkelijke plekken, met aandacht voor de integraliteit van de economisch, sociale en ruimtelijke opgaven. Daarvoor is het cruciaal om te sturen op de kwaliteit van de interacties tussen actoren (en de betrokken personen). “Die interacties ontstaan door te kiezen voor een meervoudig sturingsproces met een mix van instrumenten”, licht Verheul toe.
Overheden hebben nogal eens de neiging om zich vooral te richten op een doorbraak door middel van harde sturing, door te willen reguleren of het doen van grondaankopen. Tijdens de sessie werd bevestigd dat dit zeker van belang kan zijn om te waarborgen dat een ontwikkeling het gewenste resultaat krijgt. Maar daarmee kun je niet alles aanpakken. Het is noodzakelijk om ook veel tijd te besteden aan de sturingsrollen ‘richting geven’ en ‘verbinden’. Juist de zachte sturing heeft veel aandacht nodig, in álle fases van een ontwikkeling. De interacties tussen mensen zorgen immers voor de juiste ontwikkeling.

Verder dan papier

Bij instrumenten denken overheden en marktpartijen al snel aan papier: visies, contracten, bestemmingsplan of een vergunning. Maar juist de relationele en communicatieve instrumenten kunnen ook anders van aard zijn. Rondom participatietrajecten zijn diverse instrumenten mogelijk. Denk aan een inloopuur, een co-creatiesessie of community designing. Denk ook aan het inzetten van de juiste mensen en netwerken. Zoals een liaisonmanager die in een gebied mensen aan elkaar verbindt. Of aan een kwaliteitsteam dat in gesprek gaat over specifieke initiatieven. Netwerkbijeenkomsten of heisessies zijn ook goede opties om verschillende partijen dichter bij elkaar te brengen en samenwerking tussen partijen te bespoedigen. Dat geldt ook voor nieuwe platforms stimuleren, waarbij (in)formele partijen samen nadenken over de toekomst van het gebied en werken aan placemaking.

Brede aandacht

Er is dus een breed palet aan sturingsinstrumenten. Het is daarom belangrijk om een goed beeld te hebben bij de verschillende instrumenten. Zo kun je ze ook daadwerkelijk indelen in een kwadrant van de instrumentenmix. En dat helpt om blind spots te voorkomen. “Stimuleren gebeurt nog te weinig”, constateerde een deelnemer. “En daarbij wordt snel gedacht aan een subsidie of een fonds.” Het kan ook op een andere manier ingezet worden. Door bijvoorbeeld infrastructuur aan te leggen, grondprijzen te verlagen of garant te staan voor een bepaalde ontwikkeling.

Tijdens de sessie hebben we aan de hand van de diverse cases van de deelnemers verkend wat het brede palet van sturingsinstrumenten is en hoe het in de praktijk wordt ervaren. In onderstaand figuur is hiervan een aantal voorbeelden opgenomen. Sommige instrumenten hebben een werking in meer dan één kwadrant. Duidelijk is dat de kwadranten niet zonder elkaar kunnen en dat het brede palet nodig is om ervoor te zorgen dat we kwalitatief hoogwaardige gebiedstransformaties krijgen. De TU Delft werkt de komende tijd verder aan de instrumentenmix om verder uitgewerkte handvatten te geven op een goede manier te sturen.

Sturing
Klik op de afbeelding om te vergroten

Blijf op de hoogte

Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter of op LinkedIn.