Banner stratenplan

The place to be; zoektocht naar binnenstedelijke locaties

De (binnenstedelijke) woningbouw groeit, maar nog niet in het tempo dat we met z’n allen zouden wensen. Er zijn partijen die denken dat het helpt als het Rijk hierop gaat sturen. Sommigen krijgen natte dromen van een VINEX nieuwe stijl. Voor anderen is het een nachtmerrie. Kortom, is een rijksinterventie nodig om sneller tot beschikbare bouwlocaties te komen? Het ministerie van BZK verkent de wenselijkheid en haalbaarheid van een Rijksgrondbedrijf, als onderdeel van de uitvoering van de NOVI. De ultieme oplossing of een schijnbeweging?

In de NOVI staan drie grote transities centraal (landbouw, duurzame energie en woningbouw), die alle drie een ruimtebeslag vragen. En die overigens deel uitmaken van de veel bredere strijd om de ruimte. Voor de woningbouw moet een forse hoeveelheid grond zowel op binnenstedelijke als buitenstedelijke locaties van functie veranderen om ten minste 900.000 woningen te kunnen realiseren voor 2030. Gevleugelde begrippen daarbij zijn multifunctionele gebiedsontwikkeling, functiemix en combinatiepotentie. Dat pleit ervoor om de ontwikkeling locatiespecifiek en met behulp van lokale kennis in te zeten. Niets VINEX dus. Maar…

Actief grondbeleid, het actief verwerven van grond door een overheid en deze weer verkopen na zekerheid te hebben (gecreëerd) over de gewenste functieverandering, kan helpen bij de grote opgave. Zo kan bij complexe binnenstedelijke locaties met een onrendabele top actief grondbeleid bijdragen aan het tot stand brengen van de transformatie. Echter, grondbezit, en daarmee actief grondbeleid brengt financiële risico’s met zich mee. Gelet op het recente verleden, de crisis van het eerste decennium van deze eeuw, zullen veel gemeenten niet staan te springen. De grote afschrijvingen van het grondbedrijf klinken nog steeds door in een aantal gemeentelijke begrotingen….Dus ja…….dan komt toch de rol van de rijksoverheid weer om de hoek kijken. Een beetje zoals (ook) in financieel opzicht in de tijd van de…….VINEX

Gemeenten en provincies zijn de afgelopen jaren terughoudend geworden als het gaat om het voeren van actief grondbeleid vanwege een beperkte financiële armslag en in sommige gevallen beperkte ambtelijke capaciteit. Daardoor kunnen grotere gebiedsontwikkelingen (gelijktijdig) niet altijd goed worden aangepakt. Ongeacht het voeren van actief grondbeleid zal hiervoor een oplossing gezocht moeten worden. Ook dat klinkt als………VINEX

Wat is dan de oplossing? Ik weet het, het klinkt als een echte politieke, waterige oplossing, maar een goede set van afspraken, een contract, tussen rijk, regio (gemeente en/of provincie) en ontwikkelende partijen is hier de droge droom. In de verkenning naar actief grondbeleid wordt een landelijke grondbank als mogelijk aanvullend instrumentarium genoemd waarin in ieder geval beschikbare rijksgronden ingebracht kunnen worden, die daarna ingezet kunnen worden voor ontwikkelingen, als andere gronden niet tijdig beschikbaar zijn. Dat kan onderdeel uitmaken van zo’n contract. Daarnaast wordt met een landelijke faciliteit schuiven met grondposities over de grenzen van de verschillende domeinen en regio’s heen mogelijk. Een mooie gedachte, en wellicht bruikbaar voor buitenstedelijke of agrarische ontwikkelingen. Voor onze binnenstedelijke opgave biedt dat geen soelaas; dat zijn niet uitwisselbare locaties, vaak op gevoelige plekken in de stad. Daar blijft het een samenspel tussen grondeigenaar, gemeente en marktpartijen. Maar ook daar kan het rijk inbreng hebben. Misschien via grondruil, via inzet van deskundigheid, via een financieringsfaciliteit of gewoon subsidie uit volkshuisvestingsfonds of de woningbouwinpuls. Daar komt het systeem van de Regionale Investerings Agenda (RIA) om de hoek kijken. Maar in alle gevallen geldt, als je alleen droomt is het spannender (en de kans op een nachtmerrie groter), maar als je samen droomt kom je verder en is de kans op realisatie van die broodnodige woningen groter. Dream on!