Banner stratenplan

Zicht op succesvolle aanvraag Woningbouwimpuls

Het Rijk stelt 1 miljard euro beschikbaar om de onrendabele toppen bij woningbouw te dekken. Steeds meer details worden bekend over de voorwaarden, omdat de beoordelingscriteria in concept zijn verschenen. Hoe kan een project succesvol aanspraak maken? En wat is de precieze planning, met alle onzekerheden rondom bijvoorbeeld corona? Wouter Schilperoort, voormalig directeur programma Woningbouw bij het ministerie van BZK, geeft antwoorden.

Hoe werkt de ondersteuning vanuit de Woningbouwimpuls?

  • Alleen gemeenten kunnen de aanvraag doen. Voor de zomer kunnen zij de eerste aanvragen indienen.
  • De vier criteria zijn duidelijk, de precieze weging nog niet.
  • De komende vier jaar kunnen projecten aanspraak maken op de impulsgelden.

Volgens de concept beoordelingscriteria wordt voor de toekenning vanuit de Woningbouwimpuls gelet op de noodzaak voor de bijdrage, de effectiviteit van het project, de efficiëntie van het project en de urgentie. De wegingsfactor voor de verschillende criteria is nog onduidelijk. “Dat geven we in de komende weken vorm”, vertelt Wouter Schilperoort. “Daarover willen we nog eens doorpraten, aan de hand van verschillende projecten, maar ook met leden van de stuurgroep van Stedelijke Transformatie. Ik verwacht niet dat tussen de criteria een groot verschil komt in weging.”

Vier criteria

  1. Noodzaak bijdrage gaat over de mate waarin het helder is dat een bijdrage noodzakelijk is vanuit het Rijk (een goed onderbouwde onrendabele top) en dat de gevolgen van het niet verlenen van een bijdrage groot is.
  2. Effectiviteit van het project behelst de kwantiteit en kwaliteit van de woningen, de zekerheid dat dat de woningen tijdig worden gerealiseerd en de kwaliteit van de leefomgeving.
  3. Efficiëntie beoordeelt de proportionaliteit van de gevraagde bijdrage, de mate waarin al optimalisatie heeft plaatsgevonden en de mate waarin indirecte effecten optreden.
  4. De urgentie gaat in op de omvang van de woningbouwopgave in een regio.

Alle projecten in aanmerking

“Met deze criteria is duidelijk dat alle woningbouwprojecten in aanmerking komen”, gaat Schilperoort verder. “Dus niet alleen woondealregio’s, maar ook andere regio’s met een druk op de woningmarkt. Hoe hoger de druk, hoe hoger de uiteindelijke score.” Een toetsingscommissie gaat punten toekennen aan de verschillende criteria. “In principe komen de projecten met de hoogste score als eerste voor een bijdrage in aanmerking. Wel hebben we een aantal afwijzingsgronden opgenomen. We willen een goede spreiding over het land en als veel projecten uit dezelfde regio hoog scoren, gaan we die niet allemaal toekennen.”
Ook kan de minister besluiten bepaalde bedragen nog niet uit te keren als het heel hard gaat in de eerste ronde, aldus de directeur programma Woningbouw. Dat is geruststellend voor wie nu nog geen complete aanvraag kan indienen, maar dat volgend jaar of het jaar daarop wel kan doen. “Het bedrag is in principe voor de komende vier jaar”, zegt Schilperoort. “En ik verwacht ook niet dat alle aanvragen in de eerste ronde al helemaal rijp zijn voor een aanvraag. Het kost tijd om tot goede aanvragen te komen. We vragen bijvoorbeeld om een goed overzicht om de aanvraag goed te motiveren.” Wie voor de eerste ronde nog niet helemaal klaar is, kan contact opnemen met het programma Woningbouw voor de mogelijkheden.

Planning en proces

“We werken ernaar toe dat de eerste aanvragen al voor de zomer ingediend kunnen worden, zodat we na de zomer toekenningen kunnen doen”, vertelt Schilperoort. “Daarvoor moet we nog het loket inrichten – wat met de huidige crisis rondom corona nog een uitdaging kan zijn – en de Raad van State moet nog een advies geven; daarvoor hebben we een spoedaanvraag gedaan, dus we hopen dat dit lukt.”
De beoordeling gaat in een aantal fases, blijkt uit de AMvB en de regeling. “In fase 1 moeten de regio’s bepalen welke projecten prioriteit hebben”, vertelt Schilperoort. “In de volgende fase gaat het over het goed krijgen van de aanvraag.” Hierin ondersteunen het ministerie van BZK en het Expertteam Woningbouw, zodat een aanvraag een succes wordt. In de derde fase beoordeelt een toetsingscommissie de aanvragen. “We hebben ook echt gekozen voor een onafhankelijke toetsingscommissie, zodat we kunnen objectiveren dat het verantwoord is rijksmiddelen in te zetten voor de projecten.” Deze toetsingscommissie is nagenoeg rond. “Ik verwacht dat we hiermee half april naar buiten kunnen komen. We hebben inmiddels vijf leden met uitstekende expertise gevonden.” Op basis van het advies van de toetsingscommissie, gaat de minister de aanvragen toekennen.

De beoordeling van de aanvraag verloopt over 5 fasen (bron: brief Tweede Kamer)

Type ontwikkelingen

Opvallend is dat in de criteria geen onderscheid gemaakt wordt tussen binnen- en buitenstedelijke gebieden, hoewel in het beleid van het Rijk binnenstedelijke locaties prevaleren boven buitenstedelijke locaties. “De druk op de woningmarkt is zo groot, dat het niet alleen binnenstedelijk kan”, legt Schilperoort uit. “Er zijn ook buitenstedelijke locaties in beeld. Natuurlijk geldt wel normaal Rijksbeleid, zoals de Ladder voor duurzame verstedelijking. We willen niets bovenop het bestaande beleid stapelen. En het past ook in onze denkwijze: de gemeenten moeten de aanvragen doen. Daar weet men het beste waaraan lokaal behoefte is.”

Alleen gemeenten kunnen de aanvraag doen, terwijl ook sprake is van een private grondexploitatie. “Dat heeft te maken met aspecten rondom staatssteun. Het is lastig om direct steun aan bedrijven te geven. Maar je moet als gemeente al wel de contacten met de ontwikkelaars en bouwers hebben. We beoordelen namelijk ook de snelheid waarmee gebouwd kan worden. Als je dan nog geen projectontwikkelaar op het oog hebt, wordt het moeilijker om snel te bouwen.”

Mogelijke stikstofmaatregelen

De gelden zijn ook inzetbaar voor stikstofmaatregelen, maar Schilperoort verwacht niet dat de hele regeling voor stikstof wordt ingezet. “Er zijn al verschillende maatregelen voor de aanpak van stikstofproblemen en op veel plekken in het land is stikstof niet meer de belemmerende factor. Je ziet de vergunningenstroom ook weer langzaam op gang komen. Op veel plekken kunnen we dus weer bouwen, soms met wat aanpassingen in het bouwproces. We hoeven dus niet bang te zijn dat het hele miljard opgaat aan stikstof.”
Volgens Schilperoort knelt het dan alleen nog bij met name locaties vlakbij Natura 2000-gebieden. “Dat gaat bijvoorbeeld om de kuststrook. Dat kun je behoorlijk pinpointen. Op die plekken zijn de impulsgelden aanvullend aan andere middelen en helpen ze om een project doorgang te laten vinden. Daar hebben we allemaal belang bij.”

Onzekerheid door corona

Door het coronavirus leven we in onzekere tijden. “Dat heeft mogelijk gevolgen voor de planning, maar we proberen de gevolgen voor de woningbouwimpuls te beperken.” De bouwwereld merkt al wel de gevolgen van de huidige crisis. “We zijn druk bezig met voor steun zorgen en overleggen met de bouwsector over de ontstane situatie. Het kabinet treft de algemene maatregelen die ook voor bouwbedrijven gelden.”
Ondanks de nieuwe crisis wil Schilperoort vooral doorgaan. “We moeten het langetermijnprobleem van het woningtekort aanpakken. Het slechtste dat we nu kunnen doen, is die langetermijnprojecten stilleggen.” De huidige crisis kan ook zorgen voor onzekerheden in businesscases. “We zien, gek genoeg, dat de tekorten relatief constant zijn. Dus als het slecht gaat én als het goed gaat. We zien daarom geen aanleiding nu iets aan te passen.”

De toegift

Per 1 april start Schilperoort zijn nieuwe baan bij het ministerie van SZW. “Rik Baer is mijn opvolger. Vanuit het Rijksvastgoedbedrijf heeft hij veel ervaringen met projecten en transacties. Met een goed team hebben we het programma op poten gezet, aan hem de mooie taak om het een stap verder te brengen.”
Schilperoort geeft graag nog een boodschap mee voor de woningbouwopgave, ook vanuit zijn rol in de stuurgroep van het programma Stedelijke Transformatie de afgelopen periode. Voor die binnenstedelijke transformatiegebieden heeft hij ook nog een boodschap. “Ga zo door. Ondanks stikstof, PFAS, corona en vele andere uitdagingen, lukt het om woningen te bouwen. Er blijven veel uitdagingen en tegenwind. Blijf dus constant eraan trekken door te gaan. Dat Raadsbeslissingen van gemeenten doorgaan. Zorg voor innovaties in de bouw. Binnenstedelijke transformaties zijn momenteel een wezenlijk deel van de woningbouw. Het programma Stedelijke Transformaties helpt best practices met elkaar delen. Zo slagen we samen erin om door te bouwen.”

Meer informatie?

Het ministerie werkt hard aan een website waarop alle informatie over de impuls komt. De criteria zijn terug te vinden in de AMvB (consultatieversie) en de Ministeriële regeling (consultatieversie).
Voor vragen of hulp kunt u contact opnemen met woningbouw@minbzk.nl.