Banner stratenplan

Samen werken aan het beheersen van netcongestie is essentieel bij gebiedsontwikkelingen

Het is druk op het net. Op diverse plekken in het land loopt de ontwikkeling van nieuwe wijken vertraging op, omdat woningen, scholen, supermarkten en bedrijven niet tijdig kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Er wordt hard gewerkt aan het verzwaren van het net, maar in de tussentijd moeten de bij gebiedsontwikkelingen betrokken partijen aan de slag met congestiemanagement en het beperken van de energiepiek. De belangrijkste aandachtpunten: weet wat een netbeheerder, gemeente of ontwikkelaar nodig heeft, reken plannen aan de voorkant goed door en stem onderling zo vroeg mogelijk af. *

Wat is nodig?

  • Netbeheerders hebben tijdig integrale woningbouwplannen nodig van gemeenten en ontwikkelaars.
  • Een snellere afhandeling van vergunningen door gemeenten voor de uitbreiding van de energie-infrastructuur.
  • Wijken te bouwen met een zo laag mogelijk energiegebruik: een energieconcept met lage piekbelasting en woningen die niet afhankelijk zijn van het net.
  • Een gemeentelijke visie op energie-infrastructuur en aandacht voor de planologie van de ondergrond.
  • Bij netcongestie maatschappelijk prioriteren van aansluitingen voor bedrijven die verplaatst moeten worden uit stedelijke transformatiegebieden. De Autoriteit Consument & Markt en netbeheerders zijn hiermee bezig.

Aansluiting niet meer vanzelfsprekend

We maken een ongekende versnelling mee in de elektrificatie van Nederland: duurzame opwek neemt toe, huizen gaan van het gas af en er wordt steeds meer gebouwd. Het extra vermogen dat nodig is voor de 900.000 woningen die het Rijk wil realiseren, is gelijk aan 3,5 miljoen woningen op het net. Dit komt doordat nieuwe huizen, zonder gasaansluiting, vaak volledig zijn aangewezen op elektriciteit en daardoor een 4 keer zo grote vermogenspiek hebben. “Deze drukte veroorzaakt netcongestie”, legt Stefan Fritz van Liander uit. “Wanneer ergens geen of weinig capaciteit is, werkt Liander noodgedwongen met wachtlijsten. Vooralsnog geldt dit alleen voor grootverbruik aansluitingen, maar ook voor woningbouw zal een tijdige aansluiting op termijn niet altijd meer vanzelfsprekend zijn.”

Er worden grote investeringen gedaan om het net te verzwaren, maar dit kost tijd, menskracht en ook ruimte. Grote onderstations, ondergrondse kabels en transformatorhuisjes (trafo’s) zullen in de wijken geplaatst moeten worden. Dit vraagt ruimte die in traditionele gebiedsontwikkelingsplannen vaak nog niet is ingecalculeerd. Ook kan de bouw van deze voorzieningen tot weerstand leiden bij bewoners. Al met al een ingewikkelde realiteit waarin tóch voldoende woningen gerealiseerd moeten worden.

Informeer je netbeheerder

Bij de netbeheerder ligt de taak om het elektriciteitsnet te verzwaren. Marijke ten Hoopen van Liander legt uit dat het in de tussentijd voor hen ook al erg belangrijk is om te weten welke ontwikkelingen er komen. Dat betekent dat het raadzaam is voor gemeenten, private grondeigenaren en ontwikkelaars om de netbeheerder tijdig te informeren over hun plannen. “We leggen ook geen snelweg aan, als we niet weten waar de auto’s naartoe gaan”, legt ze uit. “Hoe meer we weten, hoe beter. Bepaal dus vroeg wat je waar nodig hebt: locatie, aantal en type woningen, welk warmte- en energieconcept en welke laadinfrastructuur.” Zelfs als plannen nog vaag zijn, vraagt Liander om contact op te nemen.

“Meestal vraagt de bouwer de aansluiting aan”, vertelt Jan van der Meer van Bouwend Nederland. Dat is rijkelijk laat, want dan is de ontwikkeling al in een ver gevorderd stadium. Gemeenten of ontwikkelaars weten al eerder wat er gepland staat. “Partijen zijn gewend aan een traditionele rolverdeling en gooien het daarna over de schutting naar een andere partij. Dit kan anders en slimmer, als we onderling beter gaan samenwerken”, stelt Van der Meer. “Om te beginnen met het op de hoogte brengen van de netbeheerder.”

Piekbelasting omlaag

“Om te voorkomen dat het hele land straks vol staat met trafo’s moet de piekbelasting omlaag, stelt Ten Hoopen, gebiedsregisseur bij Liander. Piekbelasting is de maximale energiebehoefte van een aansluiting. “Zo zorgen we ervoor dat er zoveel mogelijk ruimte overblijft op het net, zodat we andere ontwikkelingen kunnen aansluiten.” Heel concreet vraagt Liander aan gemeenten om het piekvermogen mee te nemen in tenders voor nieuwbouwprojecten. Ten Hoopen: “Wees kritisch op het energieconcept van een wijk. Een wijk met all-electric installaties heeft bijvoorbeeld een grotere impact op het stoomnet dan een wijk met een warmtenet.”

Netbeheerder Liander kan en wil ook meedenken bij het ontwikkelen van een wijk met een lage energiebehoefte. Bijvoorbeeld over het gebruik van slimme oplossingen als batterijen die de piek verlagen of over een warmtenet in plaats van all-electric. Of over hele praktisch zaken zoals wanneer je een bulkaankoop doet voor warmtepompen, kies dan een warmtepomp met het minste vermogen. Van der Meer betwijfelt of een batterij in iedere achtertuin de oplossing is. “Kijk liever integraal naar het gebied en bepaal daarbij ook hoeveel ruimte je (nodig) hebt voor oplossingen. Misschien is één grotere batterij voor de hele wijk een betere oplossing.”

Congestiemanagement

Jan van der Meer van Bouwend Nederland herkent het beeld dat Liander van de congestieproblematiek schetst. Het verzwaren van het net vergt naar verwachting meer dan 10 jaar. “Dat is een vervelende boodschap voor veel mensen in Nederland, maar ook een fact of life waarmee we moeten dealen.” Van der Meer pleit daarom voor congestiemanagement, bestaande uit flexibiliseren, prioriteren en netonafhankelijke oplossingen.

Voor flexibiliseren van het stroomnet kun je oplossingen als opslag in batterijen inzetten, maar uitwisseling van energie tussen gebruikers. Dat laatste is ingewikkeld, en vraagt een andere manier van denken en samenwerken. De ACM buigt zich over het prioriteren van ontwikkelingen (bijv. Bij verplaatsing van bedrijvigheid bij woningbouw). “Ook dat is ingewikkeld, want iedereen wil prioriteit. Dit is dan ook een politieke kwestie”, aldus Van der Meer. Tenslotte kan netonafhankelijke laadinfra, zoals batterijen op lokaal opgewerkte energie met zon en wind of waterstofaggregaten, onderdeel uitmaken van congestiemanagement.

Zowel Liander als Bouwend Nederland dringen er bij gemeenten op aan om het proces van het verlenen van vergunning voor bovenstaande activiteiten te versnellen. Ook ziet Liander graag meer tempo bij het verwerven van grond, bijvoorbeeld voor het plaatsen van trafo’s.

Praktijkvoorbeeld | Netcongestie raakt stedelijke transformatie in Alkmaar

In Alkmaar wordt het transformatiegebied het Alkmaars Kanaal geconfronteerd met netcongestie. Dit bedrijventerrein grenst aan het historische centrum. Er zijn plannen om het te transformeren en geschikt te maken voor 15.000 woningen, werken en recreatie. Hiervoor moeten milieubelastende bedrijven verplaatsen naar Boekelermeer, een nieuw bedrijventerrein. Echter, door drukte op het stroomnet blijkt het niet mogelijk om de bedrijven op deze nieuwe locatie aan te sluiten. Hierdoor komt in Alkmaars Kanaal de woningbouw indirect in de klem. Alkmaar hoopt dat de ACM het mogelijk maakt om bedrijven die plaats maken voor woningbouw maatschappelijke prioriteit te geven. De gemeente zet zich ook zelf actief in voor een oplossing. Zo werkt

Peter van Dorsten van gemeente Alkmaar samen met de ondernemers van het Alkmaars Kanaal aan de realisatie van een energie-hub op de Boekelermeer. “Bedrijven waren aanvankelijk terughoudend”, vertelt van Dorsten. “Maar mede door de heldere communicatie van Liander over de netcongestie is het tij langzaam gekeerd. Netcongestie zorgt ervoor dat we nu samen de slag maken naar een innovatieve energievoorziening.” De energie-hub van de grond krijgen is een ingewikkeld proces. “In Alkmaar zoeken we naar creatieve oplossingen, zoals samen opwekken, gebruiken en uitwisselen van energie en het spreiden van piekmomenten. Dit alles vraagt collectieve organisatie van de bedrijven.” Om het gemeente en bedrijven makkelijker te maken pleit Netbeheer Nederland er in een position paper aan de rijksoverheid voor om energie-groepscontracten mogelijk te maken.

Energieplanologie

Alkmaar raadt ook andere gemeenten aan om de regie op zich te nemen, de planontwikkeling naar voren te halen en nieuw beleid te ontwikkelen. Van Dorsten: “Er is behoefte aan energieplanologie.” Van der Meer beaamt dit. “Niet alleen de energietransitie, maar ook klimaatadaptatie, afvalbeheer en mobiliteit vragen om ruimte en dus planologie in de ondergrond. We moeten beter op elkaar afstemmen en beter registreren wat er precies in de grond zit om te zien wat er op welke manier nog bij past in de steeds drukkere ondergrond.”

In Alkmaar ontwikkelt Van Dorsten een energieplan, waarin verschillende energieopties worden doorgedacht. “We moeten afwegen waarvoor we kiezen: warmtenet, aquathermie, waterstof? Dat doen we in nauw overleg met ontwikkelaars.” Voor het Alkmaars Kanaal ontwikkelt de gemeente ook een gebiedsgericht bodemenergieplan, ook met de hulp van ontwikkelaars. Van Dorsten: “Het is een proces van geven en nemen. Hierdoor moeten partijen soms een deel van hun autonomie opgeven. Dat is lastig, maar alleen samen komen we eruit.”

Netbeheerder Liander roept met haar in 2023 gelanceerd consortium De BalansWijk gemeenten, ontwikkelaars, architecten, aannemers, bouwers, installateurs en leveranciers op om de krachten te bundelen en samen een wijk te ontwikkelen die zo min mogelijk afhankelijk is van wijzigingen in het bestaande stroomnet. Meer informatie (Liander)

* De aanbevelingen in dit artikel zijn opgesteld tijdens het webinar dat door Platform31 in september 2023 is georganiseerd m.m.v. Bouwend Nederland, Liander en gemeente Alkmaar.