Revolverend fonds van meerwaarde bij onzekere business case
Dinsdag 11 december presenteerde minister Ollongren het revolverend fonds voor binnenstedelijke gebiedstransformatie aan de Kamer. Na de aankondiging van dit fonds, eerder dit jaar, werkten gemeenten en marktpartijen aan een advies, in aanvulling op eerdere aanbevelingen die zij hebben gedaan over dit fonds. Dit vervolgadvies gaat dieper in op de soorten transformatieprojecten waarin het fonds kan participeren en de verschillende manieren waarop dat kan.
Gemeenten en marktpartijen werken in het programma Stedelijke Transformatie samen aan het versnellen en intensiveren van binnenstedelijke woningbouw. Regelmatig komen die ontwikkelingen moeizaam op gang, omdat de voorinvesteringen die gedaan moeten worden te groot zijn. “Belangrijk is dat een revolverend fonds moet leiden tot het realiseren van binnenstedelijke woningbouwontwikkelingen die anders niet of veel trager op gang zouden komen”, zegt Jop Fackeldey (voorzitter programma Stedelijke Transformatie) in het vervolgadvies. In een eerder advies, dat het programma in de zomer aan de minister aanbood, werden de uitgangspunten en de meerwaarde van een revolverend uitgebreid toegelicht.
Voorfinanciering draagt bij aan ontwikkeling
In het vervolgadvies van het programma Stedelijke Transformatie, dat tot stand kwam in samenspraak met gemeenten, provincies, projectontwikkelaars, investeerders, banken en kennisinstellingen, staat onder meer bij welk type projecten zo’n fonds van meerwaarde kan zijn. “Die meerwaarde ligt bij projecten of gebiedsontwikkelingen waarbij niet op voorhand duidelijk is of ze rendabel zullen zijn of projecten die wellicht licht in de min zullen eindigen”, licht Fackeldey toe. “Onze gesprekken bevestigen de verwachting dat het fonds, zowel bij private als publieke partijen, net dat zetje kan geven dat nodig is om te gaan investeren. Die bijdrage uit het fonds geeft dan het vertrouwen en commitment om wel te gaan ontwikkelen.”
Snel inzetbaar, snel resultaat
In het vervolgadvies staat ook een aantal aanbevelingen over de termijnen en de aanpak. “Steek nu eerst de energie in het op korte termijn operationeel hebben van het fonds voor kortlopende financiering. En houd daarbij ook rekening met de structuur om het geld weg te zetten, met niet teveel harde voorwaarden zoals bijvoorbeeld planologische onduidelijkheid. Er kunnen behalve het bestemmingsplan nog meer oorzaken zijn waardoor een ontwikkeling niet of moeilijk op gang komt. Volstaan zou kunnen worden met een start van het project binnen een termijn van 5 jaar, waarna de lening moet worden afgelost of geherfinancierd. Wij verwachten dat de kortlopende financiering snel inzetbaar is en snel resultaat kan opleveren voor een aantal locaties en partijen.”
Als de structuur voor de kortlopende financiering staat, kunnen de mogelijkheden voor garantstelling en financiering voor langlopende gebiedsontwikkelingen uitgewerkt worden. ”Hierbij is ook nadrukkelijk inzet nodig voor het (aanzienlijk) vergroten van het fondsvolume”, benadrukt Fackeldey. Volgens het advies is dit ook noodzakelijk om in de toekomst te kunnen voorzien in een grotere vraag naar kortlopende financiering. Een ander aandachtspunt is dat de voorwaarden voldoende flexibiliteit bieden om in de toekomst de reikwijdte van het fonds te verbreden, zodat gemeenten grote voorinvesteringen in een gebied in bijvoorbeeld infrastructuur uit het fonds kunnen voorfinancieren. Het programma Stedelijke Transformatie blijft de minister de komende tijd adviseren en ondersteunen bij de invulling en toepassing van het fonds.
Meer lezen
- Wilt u meer informatie over deze financieringsmogelijkheden? Kijk dan hier.
Thema: Fondsvorming
Het programma Stedelijke Transformatie bundelt relevante kennis over fondsvorming voor u op een overzichtelijke themapagina.