Klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen? Den Haag en Arnhem geven het voorbeeld
We moeten onze steden weerbaar maken tegen een snel veranderend klimaat en dus met gebiedsontwikkelingen ook wateroverlast, verdroging en hittestress voorkomen. Natuurinclusief bouwen kan de oplossing zijn en bijdragen aan de biodiversiteit, natuurwaarde en belevingswaarde in het gebied. Maar hoe pak je dat aan? Wendy Poppelaars (VORM Ontwikkeling), Irene Mulder (gemeente Den Haag) en Roy Nijenhuis (KondorWessels Projecten) vertellen over hoe zij dat doen bij de Binck Blocks in Den Haag en de Stadsblokken Meinerswijk in Arnhem.
Tips voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen
- Een puntensysteem met maatregelen verdeeld over verschillende categorieën helpt ter inspiratie en om een goede mix aan maatregelen te krijgen.
- Stel als gemeente een minimum, maar denk mee en wees flexibel: wat is wel en niet mogelijk?
- Schakel een stadsecoloog in om flora en fauna in kaart te brengen.
- Natuurinclusief bouwen kun je opnemen als in het bestemmingsplan en als eis in een tender en bij contracten met ontwikkelaars.
- Maak ruimte voor de natuur en leg verbindingen tussen natuurgebieden.
Terugkijken?
Liever terugluisteren?
Natuurinclusief bouwen komt neer op natuurvriendelijk bouwen. Je houdt rekening met (beschermde) diersoorten en de hoeveelheid groen op, aan en rond gebouwen. Met architectonische aanpassingen aan het ontwerp, een andere werkwijze of slimmere materialen kun je bijdragen aan een rijkere biodiversiteit en betere leefbaarheid in de stad. Het kan gaan om inbouwkasten voor broedende vogels of voor vleermuizen, speciale dakpannen voor gierzwaluwen, diervriendelijke verlichting en om groene gevels en daken. De gemeente Den Haag wil natuurinclusief bouwen graag stimuleren en werkt daarom met een puntensysteem natuurinclusief bouwen. “We hebben het puntensysteem met Arcadis ontwikkeld voor nieuwbouw- en renovatieprojecten”, vertelt Irene Mulder van de gemeente. “Zeker in grote steden waar sprake is van verdichting, kan dit groen in de buitenruimte en in, op en aan gebouwen bijdragen aan de leefbaarheid.”
Drie categorieën
De puntenlijst biedt houvast, maar ook flexibiliteit voor initiatiefnemers. “Je moet niet alles heel precies voor willen schrijven”, zegt Mulder. “Er moet ruimte voor flexibiliteit en creativiteit zijn. Het is namelijk een vakgebied in ontwikkeling; het is nog experimenteren en zoeken. Bovendien is elk gebouw anders; je kunt niet overal dezelfde oplossingen voorschrijven.”
Daarnaast is ook gekozen om de lijst met maatregelen, waaraan punten zijn verbonden, te verdelen over drie categorieën: nestkasten, groene gevels en daken en groen in de directe omgeving van het gebouw. “De bedoeling is dat de ontwikkelaar of architect uit de verschillende categorieën een aantal maatregelen kiest. Zo voorkomen we dat er dertig nestkasten komen en geen groen”, zegt Mulder. “Er moet wel een integrale visie zijn op het gebouw. Verder stellen we als gemeente ook een minimumaantal punten, maar zijn ook flexibel. We kunnen onze ambities bijstellen als er meer mogelijk is of als het juist meer ingewikkeld is.”
Inschakelen stadsecoloog
Natuurinclusief bouwen dwing je volgens Mulder niet makkelijk af in een omgevingsplan. Wel wordt het makkelijker in een bestemmingsplan. “We nemen natuurinclusief ook op in contracten met ontwikkelaars, bijvoorbeeld bij gronduitgifte. Ook bij tenders speelt dit puntensysteem voor natuurinclusief bouwen nadrukkelijk een rol”, aldus Mulder. Zo ook bij de ontwikkeling van de Binck Blocks, een woontoren met parkeergarage in het transformatiegebied Binckhorst. “Het is een hele grijze omgeving, daarom is natuurinclusief hier echt op z’n plek”, zegt Wendy Poppelaars (VORM Ontwikkeling).
De Binck Blocks is een grote woontoren met de eigenschappen van een stadsbuurt, zoals een plein, park, kroeg en supermarkt, zijn daarin verwerkt. “Elk blok staat eigenlijk voor een straat of woonblok. Zo heeft elk blok een collectieve plek voor bewoners en een eigen identiteit”, vertelt Poppelaars. Het puntensysteem van de gemeente Den Haag is volgens de projectontwikkelaar gebruikt ter inspiratie en als meetinstrument. Daarnaast is met de stadsecoloog gekeken naar de structuren van de flora en fauna in de omgeving en hoe het gebouw de aanwezige structuren een impuls kan geven.
Groen en water
“We wilden van de toren echt een groene hub maken”, zegt Poppelaars. “De stadsecoloog heeft meegekeken naar de ecologische context en onderzocht op welke hoogte welke specifieke diersoorten voorkomen, zoals insecten en vogels. Ook is onderzocht hoe de ecologische kringlopen werken, want er moet beschutting zijn en voedsel. Flux Landscape heeft vervolgens gekeken welke plantensoorten goed passen bij de ecologische structuur en de lokale omstandigheden zoals wind en temperatuur. Zo hebben we de groene buitenruimte ontworpen en ingericht. Over de hele toren komen zo’n zeventig nestkasten en zes insectenhotels. Daarbij is gekeken naar logische plekken met groen en beschutting, zoals bij pergola’s.”
Ook is gekeken naar andere natuurinclusieve systemen. Zo komt er een krattensysteem op het dak als waterberging. Daardoor kan de woontoren bijna 55.000 liter water bergen en het dakpark 160.000 liter. “Dat is echt enorm en genoeg om een regenbui van 55 ml te kunnen bergen”, zegt Poppelaars. “Daarnaast hebben we ook de gevels groen gemaakt, zeker op maaiveld, maar ook op hoogte. En groene balkons om ook de biodiversiteit in de hoogte mee te nemen.”
Tip: KAN platform
Het platform Klimaatadaptief bouwen mét de natuur (KAN) is in het leven is geroepen door NEPROM, Bouwend Nederland, WoningBouwersNL en het ministerie van BZK en RVO/Duurzaam. Projectontwikkelaars, bouwbedrijven en gemeenten kunnen bij dit platform kennis vinden en ervaringen delen op het gebied van klimaatadaptief bouwen, wateroverlast, hittestress, biodiversiteit en natuurwaarde. Het KAN platform richt zich wel expliciet op nieuwbouw.
Ruimte maken voor natuur
“Een groene enclave aan de zuidelijke Rijnoevers van Arnhem”, zo noemt Roy Nijenhuis (KondorWessels Projecten) de Stadsblokken Meinerswijk. De gemeente werkte al jaren aan een betere toekomst voor dit gebied van 300 hectare, dat tot 1980 werd gebruikt om bakstenen en schepen te produceren. Zonder eigen gronden, draagvlak of financieel haalbare plannen werd dat ingewikkeld. Sinds 2016 is de grond in handen van KondorWessels en zij maken wel werk van een transformatie van het gebied.
Een groot deel van het plan is ruimte voor de rivier te maken, wat nodig is vanwege overstromingsgevaar. “Zelden word je zo erg geconfronteerd met de verstandhouding tussen mens en natuur als in dit gebied”, zegt Nijenhuis. Ook krijgt de gemeente 136 hectare natuur overgedragen. Dat kost hen niets, maar is wel belangrijk om de natuur tussen de Veluwe en de Gelderse Poort te verbinden. KondorWessels gaat vervolgens bouwen op twee verhoogde schiereilanden; Meinerseiland en Stadsblokken.
Bouwen op 1 procent
Het natuurgebied is enorm belangrijk als verkoelend element voor het stadscentrum van Arnhem. Toch is momenteel nog 70.000 m2 verhard, daarvan wordt 10.000 m2 bebost. Dat draagt bij aan de biodiversiteit, afname van de CO2-uitstoot en versterkt het verkoelend effect voor de stad. Op maximaal één procent van het volledige gebied maximaal 430 woningen gebouwd, van sociaal tot exclusief. Die komen op de nu nog verwaarloosde en vervuilde plekken, zoals het bedrijventerrein Meinerswijk en de oude havens. “Al deze woningen worden natuurinclusief ontworpen en gebouwd. Deze eis was ook opgenomen in het bestemmingsplan”, zegt Nijenhuis. Op Meinerseiland wordt gevarieerd in hoogte en in hellingen en wordt beplanting toegevoegd. “Zo ontstaan ontzettend veel nieuwe leefplekken voor flora en fauna en neemt de biodiversiteit toe.” Volgens Nijenhuis ligt er een financieel haalbaar plan dat kan rekenen op draagvlak met plek voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Naar verwachting kan in het voorjaar 2022 worden gestart met de bouw.
Blijf op de hoogte
Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter of op LinkedIn.