Consistent rijksbeleid voorwaarde voor tempo woningbouw
Bestuurders van provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen bogen zich tijdens de bestuurlijke bijeenkomst van het jaarcongres Stedelijke Transformatie over het congresthema – combineren tempo in woningbouw met aandacht voor gezonde leefomgeving.
Zo kunnen we meer tempo maken met gezonde woningbouw:
- Tijdig bepalen of geplande woningbouwontwikkelingen ‘gezond’ en kansrijk zijn.
- Consistent rijksbeleid, zodat corporaties kunnen blijven investeren in de bouw van nieuwe woningen en onderhoud en verduurzaming van bestaande woningen.
- Er rekening mee houden dat door STOER geschrapte regels kunnen noodzaken tot concessies, ook op het vlak van gezondheid.
- Verzekeraars vinden die de risico’s van vertragingen in projecten willen verzekeren.
- Parallel plannen van stappen en procedures in het woningbouwproces.
- Gemeenten ondersteunen vanuit provincies. Bijvoorbeeld met aanvullende capaciteit voor voorbereiden en goedkeuren vergunningen en in latere fasen van woningbouwprojecten, financiële bijdragen aan publieke projecten en een bouwambassadeur die vastgelopen projecten vlot trekt.

Jelle Beemsterboer, gedeputeerde voor onder meer Wonen bij de provincie Noord-Holland vertelt over de provinciale aanpak om de woningbouw te versnellen en te koppelen aan gezondheid. “In Noord-Holland moeten er tot en met 2030 191.000 woningen worden bijgebouwd. Om deze woningen zo snel mogelijk te kunnen bouwen, doet de provincie een pilot gericht op ‘parallel plannen’. Dit betekent dat verschillende stappen of procedures in het woningbouwproces tegelijkertijd worden uitgevoerd, in plaats van afzonderlijk. Maar daar blijft het niet bij.”
Uitgebreid actieprogramma
Uit alles blijkt dat woningbouw de hoogste prioriteit heeft in Noord-Holland. Zo heeft de provincie een budget van 76,4 miljard euro beschikbaar gesteld om woningbouw te versnellen in de komende coalitieperiode. Het geld gaat naar een uitgebreid actieprogramma met ruim 70 initiatieven. “Een belangrijk onderdeel is de hulp die gemeenten kunnen krijgen wanneer zij te weinig capaciteit hebben. Bij veel gemeenten zijn er te weinig mensen om bouwplannen voor te bereiden en bouwvergunningen goed te keuren. Er is daarom een regionaal projectmanagementbureau opgezet. De provincie kan gemeenten waar nodig ontlasten bij alle fasen van woningbouwprojecten. Ook geven we publieke projecten het laatste financiële zetje dat soms nodig is om ze van de grond te laten komen.”
Tijdig keuzes maken
Ook heeft de provincie een bouwambassadeur die gemeenten ondersteunt bij complexe gebiedsontwikkelingen die vast dreigen te lopen. “De bouwambassadeur helpt die projecten vlot te trekken en voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld door de juiste partijen in een zo vroeg mogelijk stadium samen om tafel te krijgen.” Ook de gezonde leefomgeving wordt hierbij betrokken. Beemsterboer: “Er zijn vier locaties in Noord-Holland die in 2030 niet voldoen aan de nieuwe norm voor een gezonde leefomgeving. En waar we wel woningbouw gepland hebben. Dit betekent dat we tijdig keuzes moeten maken. Als we met elkaar concluderen dat het leven in een gezonde leefomgeving belangrijk is, dan moeten we daar ook tijdig naar handelen. Het ergste dat je kan gebeuren is dat je ergens tien jaar met een woningbouwlocatie bezig bent, en dan tot de ontdekking komt dat het op die plek niet door kan gaan.”
Onverwachte wending
Na dit inkijkje in de aanpak van provincie Noord-Holland, krijgt de bestuurlijke sessie een onverwachte wending door de actualiteit van die dag over de Voorjaarsnota. Vanuit politiek Den Haag komen de eerste berichten binnen over de voorgenomen huurbevriezing: twee jaar lang zullen de huren in de sociale sector niet mogen stijgen en dat nieuws veroorzaakt commotie onder de aanwezige bestuurders.
Woningcorporaties zien hun inkomsten achterblijven waardoor zij niet genoeg kunnen investeren in de bouw van nieuwe woningen of in onderhoud en verduurzaming. Er is weliswaar enige compensatie ingebouwd, maar deze is bij lange na niet voldoende, constateren de aanwezige corporatiebestuurders. “Je kunt heel lang blijven praten over versnellen, maar als ondertussen de investeringscapaciteit omlaag wordt gebracht, dan gaat het niet werken”, stelt één van hen vast. Hij krijgt bijval van een collega: “Vijf maanden geleden maakten we nog afspraken met het kabinet en de vakministers over de woningbouwopgave. En nu zetten de fractievoorzitters een streep door die afspraken, terwijl de inkt nog niet eens droog is. De betrouwbaarheid van de overheid is hier in het geding. Ik vrees dat de woningbouw tot stilstand zal komen.”
Niet consistent
Gedeputeerden, wethouders en gemeenteraadsleden tonen begrip voor de verontwaardiging onder de corporatiebestuurders. “Het gebrek aan consistent kabinetsbeleid heeft gevolgen en gaat veel vertraging opleveren”, waarschuwt een wethouder. “Enerzijds wil het kabinet met het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) de stapeling van lokale regels en procedures aanpakken. Je kan een heel ‘stoere’ agenda maken, maar als je parallel daaraan dit soort financiële verrassingen uit de hoge hoed tovert, dan is het negatieve effect van die inconsistentie veel grotere dan het effect van de procedures die je wil versnellen. Ik vind het treurig dat wij het hierover moeten hebben, terwijl het gesprek vooral over versnelling zou moeten gaan.”
Drama van goede bedoelingen
Gespreksleider Jop Fackeldey, voorzitter van het programma Stedelijke Transformatie, schakelt over naar het centrale congresthema, het versnellen van de woningbouw. Hoe kan het bouwtempo omhoog zonder daarbij de kwaliteit van de leefomgeving uit het oog te verliezen? Het programma STOER wijst op de stapeling van Europese, nationale, provinciale en lokale regelgeving. “Het is een drama van goede bedoelingen. Achter al die regels zit een ratio. Maar het totaal van al die regels kan desastreus uitpakken. De stapeling kan enorme vertragingen en kostenstijgingen veroorzaken of verhinderen dat er woningen worden gebouwd. In de voorstellen die STOER doet, verschuift de prioriteit richting woningbouw en dat betekent soms dat we concessies doen, ook op het gebied van gezondheid.”
Risico’s verzekeren
Vertragingen ontstaan ook omdat partijen risico’s mijden. “We moeten kijken of we die risico’s kunnen verzekeren”, stelt een van de bestuurders. Beemsterboer vindt het een goede suggestie en weet dat de Rijksoverheid hier ook al aan werkt. “Voordat de eerste heipaal de grond in gaat, wachten we eerst af of er een rechtszaak wordt aangespannen vanwege uitzichtverlies. Als die rechtszaak er komt, ben je al twee jaar verder voordat het project van start kan gaan. Er zijn landen waar ze dat risico verzekeren. Men kijkt daar hoe groot de kans is dat een rechtszaak standhoudt en wat de financiële schade zou zijn bij een verloren rechtszaak. Het ministerie zoekt verzekeraars die dat risico willen dragen. Dat zou natuurlijk heel veel tijd schelen.”