Circulariteit in de bouwindustrie
De bouwsector is verantwoordelijk voor circa 40 procent van het afval in Nederland en grootverbruiker van grondstoffen die nodig zijn voor bouwmaterialen. Daarnaast is 35 procent van de CO2-uitstoot te danken aan de gebouwde omgeving. Daarmee heeft de bouw een niet te onderschatten ecologische footprint. En dat vraagt om een grondige evaluatie van wat er precies gebeurt met het gebruik van materialen en het afval. Lucinda Kootstra en Willemijn van der Werf van TNO kijken wat nodig is voor meer circulariteit in de bouw.
Welke bouwmateriaalstromen zijn er? Kunnen materialen beter behouden blijven, zodat er uiteindelijk minder afval is? In hoeverre is een circulaire economie in de bouw toe te passen? In een tweejarig project kijkt TNO met andere kennisinstellingen naar deze vragen. Zo hopen zij de kennis hierover te vergroten, inclusief kennis over de impact op het milieu en de kosten als je materiaal gaat recyclen of hergebruiken in nieuwe bouwmaterialen.
Het begrip circulariteit is verbonden met veel andere thema’s, zoals duurzaamheid en recycling. Toch is het ook een begrip op zichzelf. Circulariteit gaat in de kern om het behouden van de waarde van het materiaal. Het is een middel om voorraden minder uit te putten, minder afval te produceren, de impact op de mens te verkleinen en economisch te groeien. Er zijn heel veel manieren om de waarde van het materiaal in de zogenaamde cyclus te houden. Wat circulariteit betreft is Nederland koploper. In het buitenland wordt Nederland gezien als ‘circulaire hotspot’. Er is een circulair economieplan: de Rijksoverheid wil een volledig circulaire economie in 2050. Dit omvat onder andere het verminderen van het primaire grondstofgebruik met 50 procent in 2030. Het plan is echter een ambitie, geen wet. En dat maakt het een echte uitdaging.
Plastic soep
“Het wordt duidelijk dat we bezig zijn met een uitputtingsslag van de aarde”, antwoordt Van der Werf op de vraag waarom circulaire economie juist nu zoveel aandacht krijgt. “En gegevens hierover worden steeds beter kwantificeerbaar”, vult Kootstra aan. “Ook sociale media geven een goed beeld van problemen, zoals de ‘plastic soep’ in de oceanen. Dat vergroot de bewustwording onder de bevolking. We lopen echt tegen problemen aan, zoals vermindering in biodiversiteit en het effect van klimaatverandering.”
Bouwmaterialen hebben een zekere CO2-impact. Een voorbeeld daarvan is cement, dat op een hoge temperatuur moet worden verhit. Wat kunnen we met circulaire maatregelen doen om die CO2-impact in de bouw te verlagen? “We kunnen cement vervangen of beton of andere grondstoffen hergebruiken. Er is bijvoorbeeld minder cement nodig als je betongranulaat recyclet in nieuw beton”, adviseert Kootstra. “Of misschien is het mogelijk om betonnen elementen te hergebruiken zodat er geen nieuw beton nodig is. Baksteen wordt nu op hoge temperatuur gebakken, maar je ziet ook steeds meer innovaties die baksteengranulaat hergebruiken in baksteen. Al is het dan natuurlijk de vraag hoeveel CO2-reductie dat oplevert, dat willen wij in kaart brengen.
Materiaaltransitie of energietransitie
“We moeten ook goed kijken naar de samenhang met de energietransitie”, vertelt Kootstra. “Wanneer iemand zonnepanelen op zijn dak installeert, heeft dit een positief effect op het energieverbruik. Maar er worden ook heel veel materialen gebruikt in de zonnepanelen.” Uit een studie van TNO blijkt dat twee aspecten hierbij belangrijk zijn: de Energie Prestatie Gebouw (EPG) en de Materiaal Prestatie Gebouw (MPG). Die laatste brengt van alle materialen in een gebouw in kaart wat de milieu-impact is. De EPG gaat alleen over de gebruiksfase van een gebouw. De MPG neemt de hele levensduur van een gebouw in acht. “Wanneer het energieverbruik van een huis omlaag wordt gebracht, bijvoorbeeld met isolatiematerialen en zonnepanelen, heeft dit vaak een negatieve uitwerking op de MPG”, legt Kootstra uit. “Die meet namelijk de impact van het materiaalgebruik. Een energiepositief gebouw heeft dus vaak een hoge MPG. Om circulair bouwen effectief toe te passen, is aandacht voor zowel de EPG en de MPG essentieel.”
Bouwmaterialen in Beeld
TNO kijkt naar de situatie in heel Nederland, om zo op een landelijk niveau circulair bouwen te kunnen implementeren. Hiervoor ontwikkelde zij het Bouwmaterialen in Beeld-model. “Met dit BOB-model maak je schattingen van de materialen die in elk gebouw in Nederland aanwezig zijn”, vertelt Van der Werf. “Als je BOB combineert met informatie over de hoeveelheid sloop en bouw in de komende jaren, zie je hoeveel en welke materialen je kunt hergebruiken.”
In de metropoolregio Amsterdam is het BOB-model al gebruikt. “Daar blijkt dat er de komende jaren zeven keer meer materialen nodig zijn dan er vrijkomen. Enkel hergebruik van materialen is dus niet genoeg om primair grondstof gebruik met 50 procent te verlagen”, benadrukt Kootstra. “Dit is in de rest van Nederland ook bijna altijd het geval, maar in mindere mate. Het is dus nog niet heel duidelijk hoe we het doel Nederland circulair in 2050 gaan invullen. En of het mogelijk is voor de bouw om in 2030 onze vraag naar primaire grondstoffen met 50 procent te verlagen.”
Circulair is volgens Kootstra dan ook geen doel an sich, maar een middel om duurzaamheid, en bijvoorbeeld een reductie van CO2-emissies, te behalen. “Het verlagen van de vraag aan grondstoffen is dan ook een hulpmiddel om het hogere doel van duurzaamheid te halen. In Nederland is sprake van een zoektocht naar oplossingen en maatregelen om de ambitie waar te maken. TNO probeert hier cijfermatig meer inzicht in te geven. En blijf openstaan voor een vernieuwde manier van werken en denken. Zo kunnen we als Nederland proberen om bouwmaterialen in de cyclus te houden en het begrip ‘circulair’ naar een hoger niveau te tillen.”
Meer lezen
- Presentatie Duurzame en circluaire bouw – Lucinda Kootstra & Willemijn van der Werf (pdf, 3,13 MB)
Meer lezen over het congres?
Op het jaarcongres Stedelijke Transformatie gingen de deelnemers in bijna 25 themasessies aan de slag met met het verbinden van opgaven en trajecten die lopen op het gebied van binnenstedelijke transformatie. Op www.stedelijketransformatie.nl publiceren we van elke sessie een korte terugkoppeling. Wilt u al meer weten over de verschillende thema’s waaraan we werken met het programma? Bekijk dan onze themapagina’s.
Wilt u automatisch op de hoogte blijven? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op Twitter.