Deelmobiliteitshubs helpen de autoluwe stad verder
Binnenstedelijke verdichting leidt onder andere tot meer mobiliteit en een grotere druk op het vervoersnetwerk. Het bevorderen van deelmobiliteit en het autoluw maken van steden bieden soelaas. Steden kunnen deelmobiliteit inzetten om de ruimte die nodig is voor parkeerplaatsen en automobiliteit te beperken en de vrijkomende ruimte te benutten voor bijvoorbeeld woningbouw. De effectiviteit neemt toe, wanneer gemeenten deelmobiliteit integreren in hun mobiliteitssysteem. Verstandig dus om op woningbouwlocaties in binnensteden mobiliteitshubs in te richten met aanbod van deelvervoer: auto’s, elektrische fietsen of elektrische bakfietsen.
Tips voor het creëren van deelmobiliteitshubs in gebiedsontwikkelingen:
- Gedeeld eigenaarschap: maak al vroeg in de planvormingsfase afspraken tussen gemeenten en ontwikkelaars over de taak- en rolverdeling voor duurzame mobiliteitsoplossingen in gebiedsontwikkelingen zoals deelmobiliteitshubs.
- Brede doorrekening: het meenemen van bredere maatschappelijke voordelen (bijvoorbeeld gezonde lucht, leefbaarheid) in de financiële doorrekening van mobiliteitshubs bevordert de haalbaarheid ervan. Een onrendabele top hoeft geen showstopper te zijn.
- Langetermijnplanning: denk na over de exploitatie en functioneren van mobiliteitshubs op lange termijn, inclusief mogelijke fondsen voor borging van het aanbod.
Tips voor succesvolle deelmobiliteitshubs:
- Onderdeel van een mobiliteitsnetwerk: deelmobiliteitshubs zijn effectiever als zij gecombineerd worden met knooppunten in de mobiliteitsketen (P+R, bushaltes).
- Eerst de wielen dan de hubs: samenwerking met deelmobiliteitsaanbieders is cruciaal voor het succes van de deelmobiliteitshub (locatiekeuze, communicatie, financieel)
- Ken de deelmobiliteitsgebruiker: een gebruikersonderzoek geeft inzicht in hun wensen én in de financiële haalbaarheid van deelmobiliteit.
Deelmobiliteit in gebiedsontwikkeling; nog een weg te gaan
“(Deel)mobiliteitshubs worden steeds meer gezien als de heilige graal bij de ontwikkeling van autoluwe steden”, vertelt Edvard Hendriksen, oprichter van Nine Square en bestuurder van het Mobiliteitsbedrijf Merwede. Toch zijn er nog weinig grootschalige hubs operationeel in Nederland. Hoewel ze letterlijk ruimte bieden voor meer woningbouw, groen, lopen en fietsen, zijn er obstakels zoals de financiële haalbaarheid en borging van het aanbod op lange termijn. Naast de investeringskosten voor de hubs, hebben deelmobiliteitsaanbieders hun eigen wensen. Ook de betaalbaarheid van deelmobiliteit voor de toekomstige bewoners speelt mee. Hendriksen pleit voor bredere financiële doorrekeningen inclusief maatschappelijke baten, zoals bijvoorbeeld inclusiviteit, gezondheid en leefbaarheid. Een gedeeld eigenaarschap tussen gemeenten en ontwikkelaars garandeert het deelmobiliteitsaanbod voor een langere periode. Idealiter maken zij al vroeg in de planvormingsfase afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Daar koos men onder meer in Utrecht voor. In de nieuw te bouwen woonwijk Merwede in Utrecht werken de gemeente en vijf consortia van projectontwikkelaars samen in het Mobiliteitsbedrijf Merwede, een bv waarin alle deelnemers risicodragers zijn.
Praktijkvoorbeeld
Buurtschap Crailo kiest voor duurzame mobiliteit
Het voormalige kazerneterrein Crailo, gelegen in de gemeenten Gooise Meren, Hilversum en Laren wordt herontwikkeld tot een buurtschap met circa 600 woningen en 5 hectare bedrijvigheid. De einddatum is 2030, maar de eerste bewoners arriveren al in juni 2025. Crailo wordt autoluw met beperkte parkeermogelijkheden en prioriteit voor fietsers en voetgangers. Er komen vier deelmobiliteitshubs met in eerste instantie twee deelauto’s per hub. Jaap van Bezooijen, projectmanager bij GEM Crailo,: “Volgens de eerste adviezen was er ruimte voor veertig deelauto’s, maar na een marktconsultatie hebben we toch behoorlijk af moeten schalen.” Op termijn kunnen we elektrische fietsen en bakfietsen toevoegen. De aanbesteding voor deelmobiliteit koerst op een concessie van vijf jaar. Vier deelmobiliteitsaanbieders hebben zich gemeld en gaan nu door naar de gunningsfase. De hubs worden in eerste instantie gefinancierd en beheerd door GEM Crailo met de intentie dit over te dragen aan een coöperatie van bewoners en gebruikers. De GEM Crailo is bereid bij te dragen aan een mogelijke onrendabele top. De hubs worden in de toekomst geïntegreerd met het energiesysteem van Crailo, inclusief zonnepanelen en laadpalen.
Lessen voor effectieve deelmobiliteitshubs
Onderdeel van het nationaal programma Natuurlijk!Deelmobiliteit (N!D) is een praktijkexperiment met deelmobiliteitshubs. Deze hubs zijn plekken in de openbare ruimte waar deelvoertuigen zoals deelfietsen en deelauto’s geplaatst kunnen worden. Denk aan bij ov-locaties, in wijken, winkelcentra en in landelijke gebieden. N!D onderzoekt factoren die bijdragen aan het succes van deze hubs, zoals de locatie, het beleid, en de sociale veiligheid. Bob Mangelsdorf van N!D: “Het succes van deelmobiliteitshubs hangt meer af van het netwerk waarin ze zich bevinden dan van de hubs zelf.” Daarnaast is samenwerking met aanbieders van deelmobiliteit cruciaal: “Eerst de wielen en dan pas de hubs, zo wordt de infrastructuur optimaal benut”, aldus Mangelsdorf. Een goede communicatie- en stakeholderaanpak kan niet ontbreken bij een succesvolle implementatie van deelmobiliteitshubs.
Praktijkvoorbeeld
Ken de gebruiker
Utrecht heeft momenteel twintig buurt- en wijkhubs met deelauto’s, elektrische deelfietsen en deelbakfietsen. De hubs zijn geplaatst op basis van een fijnmazig netwerk en clustering van deelmobiliteit. Lisette van Oss, beleidsadviseur deelmobiliteit bij de gemeente Utrecht vertelt over het onderzoek dat de gemeente uitvoerde onder gebruikers en niet gebruikers van de deelmobiliteitshubs. Een onderzoek onder 11.000 huishoudens rondom de hubs leverde 462 respondenten op. Hiervan gebruikt 54 procent deelvervoer, vooral mensen tussen 25 en 60 jaar. Hiervan is 86 procent is bekend met de hubs en 77 procent van de deelvervoergebruikers maakt er gebruik van. De deelauto is het populairst, gevolgd door de bakfiets en de deelfiets. In 2025 realiseert men in Utrecht hubs bij alle sprinterstations en herontwikkelingslocaties. Evaluatie en analyse blijven belangrijk voor verdere ontwikkeling.
Kijk het webinar terug
Deze tips kwamen naar voren tijdens het webinar ‘Deelmobiliteitshubs helpen de autoluwe stad verder’ op 20 januari 2025.
Meer informatie
- website Natuurlijk!Deelmobiliteit
- website Crailo
- nieuwsbericht Mobiliteit van de toekomst in Merwede (gemeente Utrecht)